Ontmoet het NNO: klarinettiste Hanka

Ontmoet het NNO: klarinettiste Hanka

Met een parttime baan als klarinettiste bij het NNO, een eigen kwintet, opleiding tot muziekjuf én haar muziekleerlingen is ze nogal een bezig bijtje. “Ik kan niet stil zitten. Die gedrevenheid heb ik van mijn Poolse grootouders, die ooit als gastarbeiders naar Nederland kwamen. Van hen leerde ik: je moet nooit wachten tot het naar je toekomt, maar er zelf voor gaan.”

Tekst: Sanne Plantinga | Beeld: B-Visuals Fotografie

Bezige bij
Middenin het centrum van Zwolle, in een klein appartement op de eerste verdieping, is klarinettiste Hanka Clout (38) zich aan het klaarmaken voor ons interview. Ze heeft net wat wierook aangemaakt, doet nog wat eye-liner op en zet dan kamillethee. Buiten in de stad is het rustig, in haar kamer is het stil. Een oase van rust. “Dit doe ik allemaal omdat ik juist zo onrustig ben hoor”, bekent Hanka. “Ik kan niet stilzitten. Dat heb ik van mijn moeder. Als mensen me vragen hoe ik dit toch allemaal doe, zeg ik: gewoon doorgaan. Doorademen en doorgaan.”

Hanka’s moeder, die voor haar pensioen pianist en muziekjuf was op een middelbare school in Heerlen, is net zo’n bezig bijtje. Ze is al 81 jaar, maar speelt nog elk weekend als organist bij drie of vier kerken. Soms heeft ze drie diensten op een dag. “Gewoon een beetje doorrijden, zegt ze dan”, lacht Hanka.

Opgegroeid met de muziek
Met daarnaast twee vioolspelende opa’s en een vader die – naast zijn baan als godsdienstleraar op diezelfde middelbare school – graag zingt en zelfs natuurhoorn speelde bij de Limburgse Jagers, is Hanka dan ook met de muziek opgegroeid. Op haar vijfde speelde ze al piano en vanaf haar achtste klarinet. “Thuis was muziek maken heel normaal”, vertelt ze. “Ik vond het ook net zo leuk als spelen met de Lego. Ik kan me in ieder geval niet herinneren dat mijn moeder me aan de haren erbij sleepte. Als kind kreeg ik ook veel waardering voor wat ik kon. Je kunt toch iets aparts, wat anderen in je klas niet kunnen.”

Al jong een eerste orkestervaring
Zo weet Hanka zich te herinneren dat zij en haar zus op vrijdagmiddag op kleine krukjes met grote ogen zaten te kijken naar het schoolorkest van hun moeder. In de woonkamer ging dan alles aan de kant en mochten Hanka en haar zus publiek zijn. “Vanaf dat we ook iets fatsoenlijks konden spelen, mochten we soms meespelen in het schoolorkest. Bijvoorbeeld de Dansen van Susato.” Hanka zingt een klein stukje voor: “Titi- ti-ta-ta-ta”. En lacht: “Dat was mijn allereerste muziekherinnering. We mochten meedoen met de groten en iedereen vond ons schattig, we kregen applaus. Mijn gevoel voor de muziek werd zo alleen maar heel positief. Dit was mijn eerste orkestervaring. Ik ging later zowel piano als klarinet studeren, maar dat samenspelen in een groep bleef mij het meest aantrekken. En zo won de klarinet het van de piano. Via de harmonie in Limburg kwam ik terecht bij het Crea Orkest in Amsterdam en tenslotte bij het NNO in Groningen.”

De zenuwen niet altijd de baas
Op een podium staan werd voor Hanka zo heel normaal. Maar ondanks dat, kan ze soms nog wel knap zenuwachtig zijn. Bijvoorbeeld toen Hanka nog niet zo lang geleden – een beetje noodgedwongen – begon met het bespelen van een ander instrument: de basklarinet. “Een collega kon door omstandigheden op dat moment geen basklarinet spelen en ik werd gevraagd of ik dat kon overnemen. Zo goed als per direct al. Ik oefende thuis en kreeg ook les, van Davide Lattuada van het Concertgebouworkest. Desondanks zat ik nog best onzeker op het podium. Hoe hard of hoe zacht moet ik nou spelen? Hoe is de balans? Hoe meng ik met de rest? Normaal gesproken zit ik direct naast de eerste klarinettist, nu zitten de musici met wie ik bepaalde passages samen speel, bijvoorbeeld fagot of cello, een paar stoelen verderop. Daar kon ik flink zenuwachtig van worden ja.”

Basklarinet
Ondanks dat Hanka al een professional is, precies weet hoe ze de (gewone) klarinet moet bespelen en voor haar vak heeft gestudeerd, is het leren bespelen van een nieuw instrument toch weer heel onwennig. “Het is alsof je altijd een klein vliegtuigje hebt bestuurd en dan ineens met een Boeing moet vliegen. Ik kreeg er wel geluid uit en ik heb natuurlijk wel iets aan mijn muzikale ontwikkeling, maar toch was het compleet anders. Een basklarinet is twee keer zo lang. Die houd je niet vast, maar hij staat op de grond. Je omarmt het instrument bijna. Je hebt meer lucht nodig, moet nóg bewuster ademen. Je hebt een andere rol binnen het orkest en een andere klank. Daar moest ik flink aan wennen in het begin. Maar mijn collega’s merkten op dat ik na elke les met sprongen vooruit ging.”

Hanka bij het NNO
Hanka speelt inmiddels al 14 jaar bij het NNO. Het orkest is volgens haar ontzettend gegroeid: “We zijn ambitieuzer geworden. Er zijn veel nieuwe, goede mensen bij gekomen, we spelen nog uitdagendere stukken. We zijn nu gewoon een heel erg goed orkest.”

Hoewel Hanka zag dat iedereen zich wezenloos schrok van de bezuinigingen op kunst en cultuur en daar uiteraard zelf ook geen voorstander van is, merkt ze wel op dat zij daardoor nóg meer ‘eagerness’ heeft gekregen. De noodzaak om klassieke muziek op de kaart te blijven zetten en om heel goed te spelen is nog groter geworden. En Hanka houdt wel van een beetje druk: “Ik ben sowieso wel een strebertje. En je hebt bij ieder concert maar één kans, het is tenslotte een live belevenis. Het is een beetje zoals een kok een bestelling binnenkrijgt. Dan heeft hij maar één kans om iets heel lekkers te maken. Dan lopen de klanten weg. En ja, wat maakt dan het ene restaurant beter dan het andere?”

“Muziek maken met het orkest is iets heel bijzonders. Je richt allemaal de aandacht op een bepaald stuk muziek, dat je hebt gerepeteerd. Je gaat letterlijk rechtop zitten, bent in volle focus.”

Hanka geeft dan ook alles wat ze in zich heeft om van elk optreden iets magisch te maken. “Muziek maken met het orkest is iets heel bijzonders. Je richt allemaal de aandacht op een bepaald stuk muziek, dat je hebt gerepeteerd. Je gaat letterlijk rechtop zitten, bent in volle focus.” Alles komt dan binnen bij Hanka. De mooie solo die zo dadelijk komt van de althobo, de opluchting na het spelen van de laatste noot. Of de frustratie, als het hele concert perfect ging – op één verkeerde noot na.

Volledig opfleuren
Wat ze aan het publiek geeft, is iets heel persoonlijks. En of het nou in een grote zaal vol mensen plaatsvindt, of dat ze kamermuziek of kinderconcerten geeft: Hanka voelt en ziet die ongrijpbare energie in de ruimte veranderen. “Ik treed zo nu en dan ook voor bejaarden op. Ze zitten er soms heel fragiel bij, zo tegen het einde van hun leven. Maar je ziet ze gewoon opfleuren. Na een kerstconcert van mijn piano- en klarinetleerlingen kreeg ik van een mevrouw een hand en knuffel. Dit was de mooiste dag van mijn leven, zei ze.”

Op tournee
Naast haar parttime baan bij het NNO, speelt Hanka ook nog in een blaaskwintet: het Amsterdam Wind Quintet. Het kwintet bestaat uit vijf blazers: een fluit, hobo, klarinet, hoorn en fagot. Ze hebben het in 2014 en 2016 voor elkaar gekregen om op tournee door China te gaan. “Hoe dat nou is gekomen, weet ik ook niet”, zegt Hanka verbaasd. “Op een dag kreeg ik een mailtje: ‘wij zoeken een ensemble, zijn jullie geïnteresseerd?’ In 14 dagen hebben we in 11 steden gespeeld. Zelfs in de grootste concertzaal van Beijng, het National Centre for the Performing Arts. Wat een belevenis. En twee jaar later mochten we weer naar China.”

Het kwintet had bijna geen moment tijd om buiten het volle programma nog iets van China te zien. Hanka: “We zaten op een gegeven moment op 10 minuten rijden van de Verboden Stad. Die kans konden we toch echt niet laten schieten. We zijn er snelwandelend doorheen gegaan, puffend in de bloedhitte. Na een snelle douche stonden we weer op het podium.”

Toen Hanka’s kwintet tien jaar bestond, vond het vijftal dat ze dit eigenlijk wel moesten vieren met een nieuwe tournee. Het leek Hanka mooi om dit in Polen te doen, het land waar haar roots liggen. Ze stuurde wat mailtjes rond naar diverse conservatoria en vond een collega-klarinettiste die wel wilde helpen om dit te organiseren, en het lukte.Ze traden op in vier steden, waaronder, volgens Hanka Polen’s mooiste stad, Kraków. En in Poznań, de regio waar haar grootouders vandaan komen.

Van Polen naar Limburg
Hanka’s Poolse opa was nog een kind, toen hij tussen de twee wereldoorlogen door met zijn ouders wegtrok uit Polen. Er was te weinig werk in hun eigen land en Polen was geen vrij land. Ze kwamen in Duitsland terecht, maar daar moesten ze kiezen: óf het Duitse leger dienen of het land verlaten. Via Frankrijk – waar Hanka’s opa haar oma ontmoet en trouwt – belandt hij uiteindelijk in Limburg om daar in Brunssum bij de Staatsmijnen te gaan werken. In Frankrijk hadden ze namelijk gehoord dat het in Nederland goed geregeld was voor gastarbeiders. Helaas heeft Hanka haar Poolse grootvader nooit gekend omdat hij jong overleed.

“Ik denk best wel vaak aan mijn grootouders, van beide kanten”, bekent Hanka. “Het zit iedereen wel eens tegen in het leven. Mijn vaders vader had een bakkerij in Roermond, zeker ten tijde van de oorlog waren dat zware tijden. Maar van alle grootouders leerde ik: je moet doorgaan. Niet bij de pakken neerzitten, maar je eigen geld verdienen. Niet wachten tot het naar je toekomt. Ik denk ook dat mijn gedrevenheid daar vandaan komt.”

“Mijn zus heeft piano, viool en koordirectie gestudeerd en heeft nu onder andere twee koren. Als het programma het toelaat, probeert ze er altijd een Pools lied op te zetten”

Muzikale familie
Voor de Poolse gastarbeiders was het heel ongebruikelijk om hun dochter – Hanka’s moeder – niet naar de huishoudschool te sturen. Het was hun eigen Poolse ‘zielzorger’ die de talenten van Hanka’s moeder onderkende en haar ouders op het hart drukte hun dochter alle kansen te bieden. En zo mocht zij na het gymnasium naar het conservatorium in Maastricht. Haar passie en gedrevenheid voor muziek zijn Hanka’s zus en haarzelf later ook weer met de paplepel ingegoten. Net zoals de liefde voor Polen. “Mijn zus heeft piano, viool en koordirectie gestudeerd en heeft nu onder andere twee koren. Als het programma het toelaat, probeert ze er altijd een Pools lied op te zetten”, lacht Hanka.

Het IJzeren Gordijn
Hanka’s Poolse grootouders hadden eigenlijk plannen om ooit weer terug te keren naar hun vaderland en spaarden daar iedere maand voor. Maar het na de oorlog opgetrokken IJzeren Gordijn maakte rigoureus een einde aan die droom. Hoewel Hanka’s opa al meer dan honderd jaar geleden uit Polen vertrok, blijft de familie een sterke band met Polen voelen. Hanka: “Voor mijn moeder was het een vanzelfsprekendheid en een eer om ons op te voeden met liefde voor de Poolse taal en cultuur.”

In Limburg bezochten ze de Poolse vereniging en kerkdiensten. Alle nationale en kerkelijke feestdagen werden volop gevierd, in klederdracht, met een kerkdienst, een traditioneel feest en Pools eten en drinken. “En nog steeds stopt mijn moeder me soms een Pools boek toe. Dan zegt ze: er is een nieuw boek uit over de geschiedenis van Polen, dit moet je even lezen. Zoals vorige week nog: ‘Held zonder Vaderland’ van Miriam Guensberg.”

Polen is dan ook een deel van haarzelf, vertelt Hanka: “Al vanaf mijn geboorte kijk ik verder dan Nederland. Ik kan dan ook niemand veroordelen die uit economische redenen naar dit land komt. Want dat zit ook in mijn eigen roots.”

Zijn zoals je bent
Over oordelen gesproken: in Hanka’s appartementje hangen twee regenboogvlagjes: het symbool voor acceptatie van de LHBTI-gemeenschap. Op een groot canvas in de woonkamer prijkt een lachend stel: Hanka en haar vriendin Carolina. “Die vlaggen zijn toch een beetje een statement ja. Veel homo’s worden nog met de nek aangekeken, zelfs in een zogenaamd vrij land als Nederland. Maar ik vind dat je dit niet hoeft te verbergen. Je mag gewoon zijn zoals je bent. Gelukkig denkt Carolina er net zo over.”

Samenwonen
Carolina trad een paar jaar geleden in de voetsporen van Hanka’s opa, want ook zij kwam – vanuit het Spaanse Malaga – naar Nederland, in de hoop hier meer werk te vinden. Drie koffers waren het enige dat ze meenam, onder het mom van ‘het zal wel goed komen’. “Dat zou ik werkelijk nooit doen”, zegt Hanka hoofdschuddend. “Ik had niks aan het toeval overgelaten. Maar Carolina is nog gekker dan ik en wat relaxter dan ik. Zij brengt dat losse en de flair hier in huis, je kunt niet om haar heen. Een heel warm persoon.” Inmiddels is alles inderdaad goed gekomen: het stel woont samen en Carolina heeft een goede baan als engineer gevonden.

“Dan wordt er op een gegeven moment alleen nog maar gezongen. Dat zit echt in de Spaanse cultuur. Olé! En dan gaat het los. In Nederland kun je soms eens een ‘Lang zal ze leven’ horen aan een tafeltje, maar daar blijft het dan ook bij.

De cultuurverschillen tussen beide waren ook tijdens afgelopen kerst goed merkbaar. Ze waren uit eten met een groep Spaanse vriendinnen en na wat gepraat was het al gauw feest aan tafel. Hanka: “Dan wordt er op een gegeven moment alleen nog maar gezongen. Dat zit echt in de Spaanse cultuur. Olé! En dan gaat het los. In Nederland kun je soms eens een ‘Lang zal ze leven’ horen aan een tafeltje, maar daar blijft het dan ook bij. Anders is het al snel raar. Ik moest er wel om lachen. Kerst, de tijd van bezinning”, lacht Hanka.

Muziekjuf
Terwijl Hanka nog een stukje ontbijtkoek met roomboter pakt, loopt ze langs haar piano waar een aantal slaginstrumenten bovenop zijn gestald. Na dit interview gaat Hanka stageles geven aan groep 3 en 4: “Ik vind het zo leuk om na te denken over wat voor liedjes ik ze zal leren. En dat kan een heel simpel liedje van maar vier maten zijn. Heel wat anders dan een symfonie van Mahler, natuurlijk. Dan bedenk ik een intro, vertel ik wie wat doet, pakken we de bongo’s erbij. Doem, tekke doem, tssj.” Hanka begint te glimmen, terwijl ze in haar handen klapt.

“Scholen zijn vaak heel erg gericht op taal en rekenen. Als dat goed zit, ben je geslaagd. Maar muziek is juist het vak waar ze alles leren. Over de wereld, over samenwerken, tellen, luisteren, alle zintuigen worden gebruikt. Veel artikelen zeggen het ook: als je zelf muziek maakt, werken je hersenhelften het meest samen. Dan ontstaan er allerlei nieuwe verbindingen. Muziek maken is dus júist goed voor kinderen.”

Na zo’n muziekles is Hanka wel helemaal afgedraaid. Want ze is niet alleen muziek aan het bijbrengen, maar je moet een groep kleine kinderen ook steeds bij de les houden. En dat op vrijdagmiddag. “Vandaar de ontspannende wierook en kamillethee”, lacht Hanka. “En als ik echt wil ontspannen, speel ik jazzmuziek of Bach op de piano. Heerlijk in mijn eentje, voor de verandering. Helemaal in mijn eigen bubbel.”

Actueel