Marcel Mandos over de flexibiliteit van het NNO

Marcel Mandos over de flexibiliteit van het NNO

BUHNE, het nieuwe cultuurmagazine van het noorden, ging in gesprek met artistiek leider Marcel Mandos. Want het zal je maar gebeuren: een orkest van tachtig musici zit plotseling thuis. Zonder optredens, gezamenlijke repetities en de mogelijkheid om in topvorm te blijven. Maar Mandos liet zich niet uit het veld slaan en bedacht met vaste dirigent Antony Hermus en de musici allerlei initiatieven om muziek toch naar het publiek te brengen, zoals het online uitzenden van concerten en vlogs van musici. En in augustus, september en oktober speelde het orkest weer voor een enthousiaste zaal.

Tekst: Heidi Duursma | Foto: B-Visuals Fotografie

Het NNO staat bekend als een van de avontuurlijkste en beste orkesten van ons land. Aldus de Raad van Cultuur. De kern is het klassieke repertoire van Brahms, Beethoven, Ravel, Mahler en Bruckner, maar het orkest combineert met hetzelfde gemak muziek van David Bowie met werk van Philip Glass en Richard Strauss of hits van Michael Jackson met muziek van Leonard Bernstein en Charles Ives. Daarnaast maakte het NNO programma’s rond film- en gamemuziek. Marcel Mandos is al twintig jaar de man achter deze ideeën. Mandos: “We willen alle lagen van de bevolking kennis laten maken met symfonische muziek en nieuwe oren bereiken door een breed programma aan te bieden. We halen ons bestaansrecht uit 400 jaar cultureel erfgoed van de grote meesters en voeren dit op het allerhoogste niveau uit. Daarnaast voelen we een enorme maatschappelijke betrokkenheid en proberen we actuele onderwerpen aan te snijden in onze programmering. Zo gaven we onlangs speciale bevrijdingsconcerten, Hierbij speelde het NNO de zevende symfonie van Beethoven plus tien nummers over vrede, vrijheid en democratie, geschreven door jonge popartiesten en speciaal voor de concerten gearrangeerd.”

Maatschappelijke kwesties
Aanleiding voor deze bevrijdingsconcerten waren het 250ste geboortejaar van Beethoven en de viering van 75 jaar bevrijding van Nederland. Maar Mandos heeft nog meer maatschappelijke kwesties die hij aan de kaak wil stellen. Zo komt er een concert over Arabische landen, waarmee hij expliciet de mooie kanten van die cultuur wil laten zien en wil hij Wagner combineren met vraagstukken over antisemitisme. Naast publiek dat voor de klassieke muziek komt, trekt het NNO ook andere bezoekers aan: het doel is bereikt!

Anders spelen
De verschillende projecten en tijden van corona bieden genoeg uitdagingen. Mandos: “We moesten onszelf opnieuw uitvinden en bedenken hoe we dezelfde topkwaliteit konden leveren in een 1,5-meter wereld. Normaal gesproken zitten de musici van een orkest bovenop elkaar op het podium om elkaar te voelen en te horen. Dat kan nu niet meer. We moesten ondervinden hoe het is om elkaar minder goed te horen, met meer afstand en minder musici op het podium (55 in plaats van 80) en minder publiek in de zaal waardoor de akoestiek anders is. Ik heb een totaal nieuw programma samengesteld. Per twee maanden bekijken we wat we gaan doen in plaats van dat dit het hele jaar al vaststaat. Elke week repeteren we vier keer drie uur en geven we een concert op donderdag, vrijdag en zaterdag. Op maandag beginnen we weer opnieuw aan de repetities met een andere dirigent, een nieuwe solist en een nieuw programma. Ik plan wisselende bezettingen in zodat iedereen continu aan het spelen is. Wij zijn net een voetbalteam.”

Flexibel orkest
Inmiddels zijn er concerten gepland in Het Concertgebouw in Amsterdam en Tivoli in Utrecht. The show must go on. Mandos: “Het orkest slaat zich er goed doorheen. De wendbaarheid van de dirigenten, musici, staf en mensen op kantoor is bewonderenswaardig. Het is mijn doel om met z’n allen op de been te blijven. En ervoor te zorgen dat het orkest op topniveau blijft zodat we mooie muziek kunnen blijven maken.”

Dit artikel is verschenen in de eerste editie van BUHNE

Actueel