Bijdrage NNO Bevrijdingsfestival Fryslân

Bijdrage NNO Bevrijdingsfestival Fryslân

Op woensdag 5 mei Bevrijdingsdag zullen drie musici van het Noord Nederlands Orkest optreden tijdens het Bevrijdingsfestival Fryslân. De livestream van het festival is te zien op Omrop Fryslân TV, bevrijdingsfestivalfryslan.nl en harmonie.nl. De bijdrage van het NNO is te zien om 18:00 uur. 

Foto: Violist Hugo Berreni door Mariska de Groot Fotografie | Tekst: Willem Jan Keizer

De drie musici
Voor Bevrijdingsfestival Fryslân speelt klarinettist Joost van Rheeden Sonatine voor klarinet en piano op.4 van Fania Chapiro. Violisten Annet Verboom en Hugo Berreni spelen uit de Escapades (Suite voor twee violen) deel 2: Romance, van Dick Kattenburg. De stukken worden geïntroduceerd door André Boers uit Israël. Het waren zijn ouders die op de film van een Joodse bruiloft uit 1939 te zien waren. De film dook op in 2017. In de livestream van Bevrijdingsfestival Fryslân vanuit De Harmonie vertelt hij over Joodse componisten die de Tweede Wereldoorlog niet hebben overleefd.

Over de stukken
Het korte Bevrijdingsconcert omvat twee werken van Nederlandse componisten die pas onlangs aan de vergetelheid zijn ontrukt. De Tweede Wereldoorlog is daar mede oorzaak van. Deze donkere periode zorgde voor een scherpe scheiding in onze blik op de eigen muziek. Voor de oorlog was er ruimschoots belangstelling voor onze eigen cultuur, direct aansluitend aan de oorlog raakte onze eigen cultuur ondergesneeuwd. Jawel, de standaardwerken over de klassieke muziek meldden ons alle hoogtepunten van ná de oorlog. Maar ook kort vóór en tijdens de oorlog werd er op hoog niveau muziek geschreven en uitgevoerd.

Natuurtalent Fania Chapiro
Bijvoorbeeld door Fania Chapiro (1926-1994). Zij was van Nederlandse en Russisch-Joodse afkomst en werd in Soerabaya, Indonesië, geboren. Het feit dat ze een vrouw was is een andere reden waarom we pas nu op haar geweldige talenten worden gewezen. In haar tijd was Indonesië rijk aan klassieke cultuur, concerten werden georganiseerd en muzieklessen konden op hoog niveau worden gevolgd. Zo begon ook Fania Chapiro, met pianolessen bij Johann Madlener. Maar in de jaren ’30 vertrok het gezin eerst naar Parijs, om in 1939 in Den Haag te landen. Dit was een verkeerde tijd zelfs voor een maar deels Joods gezin. Fania Chapiro gold als een natuurtalent en had al op 16-jarige leeftijd in Den Haag een flink aandeel in de daar plaatsvindende huisconcerten met daarnaast als hoogtepunt een uitvoering van het 4e Pianoconcert van Anton Rubinstein met het Joodsch Symfonie-Orkest. Maar zo tegen eind 1942 was het onmogelijk geworden om nog openbare concerten te organiseren: het werd immers Joden verboden om nog actief te zijn. Hiermee viel het concertleven op zo goed als alle niveau’s stil.

Chapiro had inmiddels compositielessen gevolgd bij Sem Dresden in Den Haag. In het componeren putte ze de moed om verder te gaan, illegaal werd er nog wel eens een huisconcertje gegeven. Henriëtte Bosmans liet in 1944 per brief weten dat ze had genoten van het spel van Chapiro. In 1948 – vader Chapiro had ondergedoken gezeten en zo de oorlog overleefd – vertrok het gezin naar de Verenigde Staten. Fania Chapiro keert echter snel weer teug, inmiddels nog wel bijgeschoold door componist Fitelberg en landt uiteindelijk in Hilversum waar ze tot aan de jaren ’80 aan het plaatselijke conservatorium les geeft. Intussen, al rond eind jaren ’50 en daarmee is ze een voorloper, ontwikkelt ze een belangstelling voor de oude-muziek praktijk en het daarbij behorende instrumentarium. Stukje bij beetje worden haar composities aan de vergetelheid ontrukt, vandaag een deel uit de Sonatine voor Klarinet en Piano op. 4 uit dat zo cruciale jaar 1942.

Dick Kattenburg: een veel te kort leven
De nalatenschap van Dick Kattenburg (1919-1944) is al evenmin breed bekend. Ook hij was van Joodse origine, een doodzonde immers voor de nazi’s. Kattenburg studeerde muziektheorie en viool in Antwerpen en in Den Haag bij Willem Pijper en zag kans om in zijn te korte leven een dertigtal composities te produceren. Al in 1941 moest hij echter onderduiken voor de in felheid toenemende razzia’s. Eerst in Amsterdam, daarna in Utrecht en weer terug naar Amsterdam om daar onder verschillende schuilnamen van adres naar adres het verkassen.

Het grootste deel van de composities van Kattenburg kwam tijdens de oorlogsjaren tot stand. Hoe meer hij werd vervolgd, hoe sterker hij zijn Joodse achtergrond naar voren haalde hij. Zijn werken zijn bewaard gebleven en tonen – net als overigens de werken van Chapiro – een aanhaken bij het Franse idioom. Kattenburg werd in 1944 alsnog gevangen genomen en via Westerbork naar Auschwitz afgevoerd. Hij werd daar datzelfde jaar nog omgebracht maar hij leeft voort in zijn composities. Dat de muziek van Kattenburg en Chapiro nu te beluisteren valt is te danken aan de vrijheid waar we alweer 76 jaar van mogen genieten.

Actueel