Ontmoet het NNO
Ontmoet het NNO: altviolist Florian en violiste Lianne
Altviolist Florian en violist Lianne zijn één van de zeven orkeststellen die het NNO rijk is. Als musici hoeven zij elkaar niks uit te leggen. Waarom de een niet komt wanneer de ander in het ziekenhuis ligt, bijvoorbeeld. “De muziek gaat vrijwel altijd voor.”
Tekst: Sanne Plantinga | Beeld: B-Visuals Fotografie
Een flinke bui klettert tegen de ramen van de jaren ’30 bovenwoning van altviolist Florian en violist Lianne. De musici wonen in het hart van de stad Groningen, op tien minuutjes fietsafstand van De Oosterpoort, waar het NNO een aantal keer in de week repeteert. Lianne en Florian leerden elkaar zo’n vijftien jaar geleden bij het orkest kennen, toen Lianne nog ‘een echte student’ was en Florian gelukkig getrouwd was en twee kleine zoontjes had. “We hadden echt niet gelijk een romantische klik”, lacht Lianne. “We reden wel eens samen in de auto van Groningen naar Almere, waar hij me op de trein zette. En we dronken soms koffie samen. We konden het goed met elkaar vinden, maar we zaten allebei in totaal andere levensfases.”
Zelfgemaakte strijkstokken
Toen Florian in een scheiding terechtkwam, veranderde hun oppervlakkige vriendschap in een hechtere band. En sloeg uiteindelijk de vlam in de pan. Hoewel dit beide levens destijds flink heeft veranderd, gaat alles inmiddels rustig z’n gangetje hier in de Groningse bovenwoning. Naast hun werk voor het NNO, geeft Lianne doordeweeks vioolles aan zo’n tien leerlingen, op de bovenste etage van hun appartement. Florian heeft daarnaast z’n eigen werkkamertje in het huis, met een werkbank en allerlei handgereedschappen. “Ik maak hier strijkstokken”, vertelt Florian trots. “Op de Franse manier. Dat betekent dat ik alles zonder machines doe, dus het hout met vijl, mes en bijtel bewerk. De hardcore manier, zeg maar.”
De hotshots uit Frankrijk, Amerika en Canada komen naar de conventie. En ikzelf dus ook.
“Het verschil tussen een strijkstok die ambachtelijk gemaakt is en een industrieel gebouwde strijkstok zien waarschijnlijk alleen stokkenmakers. Een met de hand gemaakte strijkstok heeft een bepaalde uitstraling en karakter, vind ik. Ik zie spirit in dat ding. Over een week ga ik weer naar Amerika, waar een conventie voor stokkenmakers is. Twee weken lang bouwt de top van de wereld hier strijkstokken. De hotshots uit Frankrijk, Amerika en Canada komen naar de conventie. En ikzelf dus ook. Dat betekent twee weken heel veel werk, gezelligheid, weinig slaap en vermoeid in het vliegtuig weer naar huis. Eén van mijn hoogtepunten van het jaar.”
Zeven orkest-stellen
Het NNO kent maar liefst zeven stellen, wat ‘vrij gebruikelijk’ is in de orkestwereld. Het heeft dan ook veel voordelen om een relatie te hebben met een mede-musicus. Lianne: “Je hoeft elkaar niet zoveel uit te leggen. Florian weet precies wat het betekent en hoe het voelt om in een orkest te zitten. Hij moest laatst naar het ziekenhuis en vond het logisch dat ik niet op bezoek zou komen. Met vrienden die niet in de muziek werken is het soms lastiger uitleggen waarom je een afspraak moet afzeggen, bijvoorbeeld. De muziek gaat vrijwel altijd voor.” Florian: “Ik heb nog nooit een relatie met een niet-musicus gehad. Als musicus snap je veel beter waarom de ander de hele dag een beetje ongemakkelijk rondloopt. Omdat je weet dat je vanavond nog iets moet doen wat op de grens van jezelf ligt.”
Altijd op zoek zijn naar verbetermogelijkheden
Hoewel het stel niet vaak andere orkesten bezoekt, gingen Lianne en Florian een tijdje geleden naar een concert van de Berliner Philharmoniker in Berlijn. Lianne: “Binnen ons eigen orkest zijn we altijd bezig met wat er beter kan, omdat we zo onze uiterste best doen en kritisch moeten zijn. Als je naar een ander orkest gaat, beleef je de muziek op een hele andere manier. Bij de Berliner spatte er zo’n enorme energie van af, supergaaf.” Florian vult aan: “Het gaf ons ook wel een inkijkje: wat doen zij anders dan wij? Zo deden ze een lastig deel van de vioolgroep heel langzaam, maar met een enorme drive en precisie. Virtuoos. En inspirerend. Hoewel ik ook wel denk dat de musici binnen hun orkest ook vaak genoeg denken: dit ging vandaag niet helemaal lekker. En ook altijd op zoek zijn naar verbetermogelijkheden.”
Veel factoren die tegenwerkten, maar Florians drang om muziek te maken was groter dan de obstakels op zijn weg.
Alles doen wat ik leuk vind
Florians beide ouders waren musici. Maar toch is het feit dat Florian ook musicus is geworden niet vanzelfsprekend. Florians vader was duidelijk: met dit werk kun je moeilijk brood verdienen. De sector zat op slot en als je eenmaal in het vak zit kun je er niet meer uit, redeneerde hij. Bovendien was Florian slechthorend. Veel factoren die tegenwerkten, maar Florians drang om muziek te maken was groter dan de obstakels op zijn weg. “Ik beluisterde een cassettebandje met Beethoven en kreeg kippenvel. Ik wist: dit wil ik ook. Ik begon pas op mijn vijftiende met vioolspelen, wat extreem laat is. Eigenlijk zou je al rond je zesde moeten beginnen als je een instrument goed wilt leren bespelen. Tegen de verwachting in werd ik aangenomen op de Hochschule für Musik en rolde ik zo toch het vak in. Als ik op mijn leven terugkijk, vind ik het waanzinnig dat ik – ondanks alle factoren die tegenspeelden - nu alles kan doen wat ik leuk vind. Het is me gelukt een baan te krijgen in een orkest waar ik veel respect voor heb, maak strijkstokken op hoog niveau. Ik kan me niet veel beter wensen.”
Lesgeven volgens de Suzuki-methode
Ook Lianne is op een heel gepassioneerde manier bezig met haar vak. Ze geeft vioolles aan twaalf kinderen en jongeren, middels de ‘Suzuki-methode’. “Dit is een superinspirerende filosofie”, vertelt Lianne bevlogen. “Net zoals kleine kinderen een taal leren door te luisteren naar hun pratende ouders en omgeving, kun je door goed te luisteren ook muziek leren maken. Ik laat mijn leerlingen veel naar cd’s luisteren en stukken uit het hoofd spelen, daarna beginnen we pas met noten lezen. Daarnaast helpen zowel de leraar als de ouders het kind en spelen we eens in de zoveel tijd in groepjes, omdat je het beste leert door het samen te doen. De Suzuki-methode is een vrij ongedwongen manier van muziek leren maken. Een manier waar ik in geloof. Heel fijn om zo les te kunnen geven.”
Band met klassieke muziek
Het stel houdt van klassieke muziek. Beide hebben bijzondere herinneringen aan bepaalde stukken die ze hebben gespeeld, die allerlei emoties triggeren, ze weten te raken en ze zelfs in een soort trance weten te brengen. Florian: “In sommige stukken is de kern van ons menszijn uitgedrukt. Zoals de stukken van Bruckner, een van de meest markante componisten van de 19e eeuw. Bij zijn muziek kon je de kracht van spiritualiteit echt voelen. Toen ik als twintiger voor het eerst in een orkest iets van hem speelde, kwam het in één keer als een volle klap over me heen, die kern van menszijn. Als iets je zo weet te raken, dan krijg je een glimp van oneindigheid.” Lianne neemt nog een slokje van haar thee en vult aan: “Muziek is voor mij iets waarin ik me kan onderdompelen. Iets wat meer is dan alleen doen wat er op je bladmuziek staat.”
“Op reis houden we heel erg van dingen bekijken, observeren. Op een terras zitten, de sfeer opsnuiven en kijken hoe de mensen eruitzien en zich gedragen”
Samen we wereld ontdekken
Nog iets wat het stel deelt: hun liefde voor reizen. Florian: “Ik maak natuurlijk ieder jaar die stokken in Amerika en we zijn samen al in Costa Rica, Marokko, Schotland en Portugal geweest. Costa Rica vond ik het meest indrukwekkend tot nu toe. De manier van leven daar, het klimaat, de natuur. Ik houd heel erg van basic reizen. Fiets en tassen mee en dan wekenlang wild kamperen.” Lianne vindt het vooral zo bijzonder dat het ‘overal altijd anders is en toch ook overal hetzelfde’.
Het intrigeert haar: wat voor dingen zijn er nou hetzelfde en wat maakt het anders? Lianne: “We houden ook allebei heel erg van dingen bekijken, observeren. Op een terras zitten, de sfeer opsnuiven en kijken hoe de mensen eruitzien en zich gedragen.”
Over de landsgrenzen
Met hun liefde voor het buitenland zitten tussen hun toekomstdromen dan ook enkele waarbij ze een tijdje over de landsgrenzen gaan werken. Lianne: “Wij hebben allebei een baan die in het buitenland goed te doen zijn. We spreken allebei Engels, ik spreek Spaans. Het zou misschien best mogelijk zijn dat Florian ergens een jaar strijkstokken gaat maken en ik ergens lesgeef op een school.” “Florian: “Het is een verleidelijk idee om onze vaste wereld in te ruilen voor wat anders, een tijdje een sabbatical te nemen. We vermaken ons hier vooralsnog prima. Maar je weet maar nooit wat de toekomst brengt!”
Meer interviews
Vaker zulke interviews lezen? Twee keer per jaar geeft het NNO het NNO Magazine uit voor de Vrienden van het NNO. Lees op deze pagina hoe u Vriend kunt worden.