Matthäus Passion
Achter Pasen gaat een verhaal vol intriges, verdriet, haat en liefde schuil. Het Noord Nederlands Orkest vertelt ieder jaar de Matthäus Passion op geheel eigen wijze door middel van Bach’s meeslepende meesterwerk.
Familieconcert: Mattheus Passie
Hoe laat je kinderen kennismaken met de betoverende muziek van Johann Sebastian Bach? Hoe vertel je ze over het lijdensverhaal van Christus?
Naast de reguliere uitvoering van de Matthaus Passion brengt we dit in samenwerking met Luthers Bach Ensemble, Akerk en Groningern kerken het familieconcert: Mattheus Passie. Edwin Rutten, bekend als ‘ome Willem’, neemt jong en oud mee op een muzikale reis door de Matthäus Passion in een bijzondere familievoorstelling.
Johann Sebastian Bach – Matthäus Passion
In 1843 maakt de Franse componist Hector Berlioz een rondreis door Duitsland om zijn eigen muziek te promoten. In Berlijn, tien dagen voor Pasen, woont hij een uitvoering bij van de Matthäus door de Singakademie. Zo’n driehonderd zangers op tribunes, bovenaan (!) twee relatief kleine orkesten, een vleugel vóór op het podium. ‘Het programma bestaat enkel uit een gigantisch oratorium, waar het publiek uit religieus plichtsbesef op afkomt, dat het in religieuze stilte beluistert, dat de musici met religieuze moed ondergaan, en dat allen een verveling bezorgt, kil, somber en drukkend als de muren van een protestantse kerk. Van tijd tot tijd zorgt het geritsel van de bladzijden, die gelijktijdig door de gelovige lezers van het gewijde libretto worden omgeslagen, voor een aangename afwisseling in de enigszins monotone werking van de stemmen en instrumenten.’ Ah, zo hadden we het nog niet bezien!
Het is overigens in dezelfde zaal van de Singakademie dat de twintigjarige Felix Mendelssohn veertien jaar eerder voor het eerst sinds Bachs dood een uitvoering van de Matthäus tot stand bracht. Alle hoogwaardigheidbekleders en intellectuelen van Berlijn waren aanwezig, inclusief de koning. Ingekort, aangepast, massaal bezet, met toegevoegde klarinetten en een vleugel als begeleidingsinstrument voor de recitatieven. En tekstboekjes voor de toehoorders! Het leek allemaal niet erg op het origineel, maar het betekende toch de gedenkwaardige wedergeboorte van een muzikaal meesterwerk.
Onovertroffen hoogtepunt
Op de krappe tribune in de Thomaskirche in Leipzig was het toch wel dringen geblazen op 11 april 1727 om alle zangers en musici een plaatsje te bezorgen. Meer dan vierentwintig koorzangers zullen er overigens niet zijn geweest – enkele daarvan namen bovendien een solopartij voor hun rekening. Ze stelden zich op in twee groepen, zoals door de partituur voorgeschreven. Zulke dubbelkorigheid was op zichzelf niets nieuws, Bach maakte er in zijn motetten al langer gebruik van. Maar voor het eerst had hij haar toegepast in een groot oratorium om het dramatisch effect te vergroten.
De Matthäus Passion, die op die middag in april voor het eerst klonk, paste in een eeuwenoude traditie van muziek over het lijden van Jezus, uitgevoerd op Goede Vrijdag. Maar dit grootschalige werk, met zijn beeldende recitatieven, met zijn koralen en aria’s, momenten van collectieve en individuele reflectie, met zijn bijzondere rol voor het koor, commentaar leverend of handelend optredend, sloeg alles: hiermee bracht Bach de traditie tot een grandioos en onovertroffen hoogtepunt. Toch schijnt de uitvoering niet veel weerklank te hebben gehad. Nog een paar keer voerde Bach het werk uit in zijn jaren als Thomascantor in Leipzig, steeds nog wat veranderingen aanbrengend, tot hij het naliet in een schitterend, uitermate verzorgd manuscript, dat aantoont welk belang hij zelf aan deze compositie hechtte.
Wisselende opvattingen
Vervolgens werd er niet meer naar omgekeken. Kenners bewonderden Bach, organisten speelden soms zijn werk. Maar het grote publiek kende hem niet en de Matthäus sluimerde in de bibliotheek, inktvraat knaagde aan de partituur. Pas de inspanningen van Mendelssohn vormden een keerpunt. Binnen korte tijd ontstond er voor het werk een grote bewondering en een diepe eerbied die zich langzaam maar zeker over het protestante deel van Europa verspreidden. De katholieke Berlioz, in 1843, was er nog niet klaar voor. Lang duurde het ook voor het werk in Nederland ingang vond, maar toen het eenmaal zover was, wortelde het zich hier dieper dan waar dan ook. Ook hier dezelfde bewondering, hetzelfde respect, dezelfde ingetogenheid. Tot voor kort klonk na afloop zelfs geen applaus. Ondertussen is er veel veranderd in de uitvoeringspraktijk en in de uitvoeringsomstandigheden. Veranderende smaak en grondige studie hebben geleid tot wisselende opvattingen over de juiste uitvoering. En u mag zelfs klappen! Maar veel bleef ook hetzelfde en mag worden gekoesterd. Maakt u zich dus niet te zeer ongerust als u het tekstboekje meeleest en het is tijd om de bladzijde om te slaan: uw geritsel voegt zich naadloos in een lange traditie en is nog steeds integraal onderdeel van de moderne uitvoeringspraktijk.