Artikelen
Op zoek naar een nieuwe oude altviool voor Katharina
Een heel jaar. Zo lang duurde de spannende zoektocht van NNO-altvioliste Katharina Saerberg naar een nieuwe altviool. Hiervoor bezocht ze meerdere steden door heel Europa: van Brussel tot Wenen. Bij een altvioolbouwer in Hamburg vond ze uiteindelijk de altviool die ze in bruikleen kreeg van het NNO Instrumentenfonds en waar ze nu helemaal gelukkig mee is.

Tekst: Charley Blomjous | Beeld: Jan Willem van Bruggen
Katharina: “Toen ik zes jaar was, begon ik met vioolspelen. Met muziek bezig zijn was vanzelfsprekend bij ons thuis. Iedereen speelde een instrument en als gezin gingen we vaak naar opera’s en klassieke concerten. Met popmuziek had ik niets; ik vond klassieke muziek veel bijzonderder. Ik speelde in verschillende jeugdorkesten en volgde de opleiding tot violist. Na het behalen van mijn diploma, kreeg ik bij toeval een altviool in mijn handen. De diepe, melodieuze klanken: ik was er meteen verliefd op.”
Benieuwd naar een nieuwe oude altviool
“Inmiddels ben ik zo’n twintig jaar orkestlid bij het NNO. De altviool is mijn vaste instrument. Ik koester er een grote liefde voor en ik heb de ‘gewone’ viool ik denk al zo’n tien jaar niet aangeraakt. Mijn eerste altviool kocht ik inmiddels zo’n dertig jaar geleden, in het begin van mijn studietijd. Daarna heb ik jaren op een nieuwbouwexemplaar gespeeld; een instrument dat ik zelf heb ingespeeld. Maar ik heb mezelf áltijd afgevraagd hoe het spelen op een oud exemplaar zou zijn; een altviool waar meerdere mensen vóór mij al prachtige stukken op hebben gespeeld. Bij een oud instrument zijn de klanken vaak rijker.”
Onbetaalbaar
“Voor de klank van het orkest is het goed dat er mooie instrumenten bespeeld worden. Ik was benieuwd of het bespelen van een oude altviool meer klank zou bieden dan het exemplaar waarmee ik voorheen speelde. Voor musici is het aanschaffen van een nieuw instrument echter haast niet te doen. De prijzen van de muziekinstrumenten liggen erg hoog: voor een goede, oude altviool bijvoorbeeld betaal je vaak al honderdduizend euro… Het NNO krijgt geen subsidie van de overheid voor het aanschaffen van instrumenten, en als musici verdienen we zelf ook niet voldoende om zulke uitgaven te kunnen doen. Dit was voor mij de reden om aanspraak te maken op het Instrumentenfonds van het NNO: hierdoor kon ik op zoek naar de altviool die ik voor ogen had.”
Spannende zoektocht
“In totaal heeft mijn zoektocht naar een geschikte altviool een jaar geduurd. Een leuk maar spannend proces: zou ik iets vinden dat aansloot op mijn wensen? Ik ben bij vioolbouwers geweest in heel Europa: van Brussel tot Wenen. Uiteindelijk vond ik een prachtige altviool in Hamburg. Het is een exemplaar dat door zijn geringe lengte lekker in de hand ligt: erg prettig als je drie a vier uur achter elkaar een opera speelt. De korte lengte zegt overigens niets over de klanken: die zijn heel groot en rijk. Het is een heel oud exemplaar: hij komt uit 1790! Maar hij is helemaal gezond, ziet er prachtig uit en klinkt echt waanzinnig mooi. Hij kostte overigens geen honderdduizend euro: ik heb hem voor vijftienduizend euro kunnen krijgen. Het is echt een geluk dat ik hem gevonden heb en dat ik hem nu in bruikleen heb gekregen. Ik ben er echt helemaal gelukkig mee!”
Dit interview verscheen in maart in het NNO Magazine. Ook het NNO Magazine ontvangen? Klik dan hier voor meer informatie.