Ontmoet het NNO
Ontmoet het NNO: Tweede violist Michiel Klep
Haren ligt onder de gloed van de aankomende winter, maar de wandeltocht naar het huis van Michiel heeft een verwelkomend karakter. Ook de ontvangst doet geen afbreuk; Michiel gebaart vrolijk naar de zij-ingang, waar hij me met een warme lach onthaald. “Ik zit eigenlijk middenin een project. Er loopt altijd wel een projectje, nu is dat de keuken.” Michiel duwt gauw een raampje open terwijl we door de keuken-in-aanbouw lopen naar de gang, waar een gloednieuw koffieapparaat staat. “Wil je een espresso, of een dubbele espresso?” Lachend: “Of is dat iets te sterk?”
Tekst: Nick Boer | Beeld: Mariska de Groot
“Twee weken geleden was ik jarig en heb ik dit mooie apparaat gekregen, maar het is af en toe nog een beetje wennen. Kijk, ik zie nu bijvoorbeeld dat de druk iets te laag is. Heb daar laatst nog een heel handig filmpje over gekeken, maar toch kan ik het nog niet helemaal perfect krijgen.” Michiel loopt door de keuken naar de werkkamer, waar het gros van de keukeninventaris tijdelijk is gesitueerd. Hij vist een beker uit de hoek, bestudeert het formaat en duwt hem onder het kraantje van de nieuwe koffiemachine. “Ah, toch nét te groot.” Het formaat weerhoudt Michiel er niet van een dubbele espresso in de mok te toveren. We nemen plaats aan de keukentafel.
“De liefde voor muziek van Michiel is onlosmakelijk verbonden met zijn andere grote liefde, Meike”
“Op mijn zesde ging ik vioolspelen en daar ben ik eigenlijk nooit mee gestopt. Inmiddels ben ik ruim 26 jaar onderdeel van het Noord Nederlands Orkest. Tijdens mijn sollicitatie – lang geleden – moest ik nog afstuderen. Het begon als een deeltijdbaan. Eerst 50 procent, en het jaar daarna 75 procent. Ik wisselde af met een Poolse collega. Hij ging een aantal keren per jaar naar zijn familie in Polen en dan nam ik zijn plek in.”
Het leven als musicus lijkt voor Michiel best vanzelfsprekend. Zijn beide ouders waren muzikant en hadden elkaar ooit eens op een feestje ontmoet. Zijn vader – in een baldadige bui – zag in de woonkamer een piano staan. Zelf had hij meer met viool en riep “Wie speelt hier de piano?” Vanuit de hoek van de kamer ging een hand omhoog. Zo ontstond een afspraakje om samen de ivoren toetsen te verkennen. De rest is geschiedenis.
Michiel’s liefde voor muziek is verbonden met zijn andere grote liefde: Meike. Zijn partner waar hij vrijwel zijn gehele volwassen leven lief en leed mee deelt. Ooit hebben ze in het Jeugd en Muziek School orkest (JMSO) in Groningen gezeten en stiekem langs hun instrument naar elkaar gegluurd. “Het is een beetje aangegaan toen we zestien en achttien waren, en het is eigenlijk nooit echt meer uitgegaan,” glundert Michiel. Hij kijkt even naar Meike, die zich inmiddels heeft genesteld op de bank met een boek. “En we hebben drie heel mooie kinderen gemaakt, die ook allemaal een instrument bespelen. Mijn dochter speelt viool, mijn jongste zoon begon op cello en speelt nu gitaar, en de middelste drumt.”
Vroeger nodigden Michiel’s ouders regelmatig bevriende muzikanten uit thuis, met als doel kleinschalige concerten ten tonele te brengen, voor wie het maar wilde horen. Kleine Michiel vond dit fantastisch. “Op een gegeven moment kwam Kees Dekkers langs, aanvoerder van de altviolen in het Noordelijk Filharmonisch Orkest (NFO), de voorloper van het NNO. Hij heeft me onder zijn hoede genomen. Negen jaar lang ging ik iedere zaterdag met mijn ouders naar de stad, tot het moment dat Kees vond dat ik voldoende had geleerd. Daarna heb ik nog drie jaar les gehad van Rita Rouw. Zij heeft me voorbereid op het conservatorium.” Michiel kijkt tijdens het uitspreken van het laatste woord even over zijn schouder. “Meike geeft les aan de muziekschool van Haren. Een stuk of 50 leerlingen per week. En af en toe zit er eentje tussen die naar het conservatorium wil. Vaak kijkt ze of de leerling voldoende beseft dat dit heel hard werken is. De carrièrekansen zijn ook niet altijd optimaal. Als je bij een gezelschap gaat solliciteren, moet er maar net een plek vrij zijn. We worden niet allemaal een Janine Jansen of een Simone Lamsma.”
“We staan op Lowlands, we spelen David Bowie, Pink Floyd, Ruben Block en Todd Rundgren. Dat is heel andere koek”
Met 150 concerten per jaar is het werk van Michiel als tweede violist een fulltime baan. “Het is ongelooflijk wat er allemaal voor nodig is voordat een concert kan beginnen. Er moeten zo’n zestig mensen op het podium staan, die allemaal tegelijkertijd hun beste kunnen laten zien. Ze zijn allemaal scherp en ze spelen allemaal hun partij vrijwel perfect. Ik ben in mijn werk onlosmakelijk verbonden met het orkest. Soms staan we zelfs met 120 man op het podium, als we bijvoorbeeld het Requiem van Verdi uitvoeren.” Om dit allemaal te realiseren, repeteert Michiel drie uur per dag. Dat lijkt zo op het eerste oog weinig, maar het vereist drie uur volledige concentratie. En dat is niet zomaar iets. “Alle informatie komt in één keer naar je toe. Ik moet letten op de partij van mijn groep, de dirigent, ik moet weten wat de eerste fluit en de trombone gaan doen en dan ook nog mijn eigen partij spelen.”
De flexibiliteit in ‘het zijn’ is volgens Michiel erg belangrijk voor het functioneren binnen een symfonieorkest. “Ik heb veel collega’s gezien die als een trein doorgaan. Die draaien hun uren en gaan naar huis. Op den duur draai je dan door. Dat is niet gezond en enorm zonde. Want ik vind dat wij de leukste baan hebben die je je kan bedenken.”
Michiel heeft de verandering meegemaakt van een overwegend klassiek orkest (bijna 98% klassiek) naar een ambitieus en zeer modern gezelschap. “Vroeger gaven we een concert met een ouverture en een vioolconcert, na de pauze een symfonie, af en toe met begeleiding van een koor. Dat is nu totaal veranderd. We staan op Lowlands, we spelen David Bowie, Pink Floyd, Ruben Block en Todd Rundgren. Dat is heel andere koek. We doen tegenwoordig ook heel uitgebreide jeugdconcerten, en spelen zelfs muziek voor games en films. Daarnaast doen we nog iets dat ‘Symfonic Cinema’ heet, waar we op een live montage van een filmmuziek inspelen. Ik vind dat echt een ontzettende verrijking van het aanbod.”
Een vergelijking met Wagner is gauw gemaakt. “Als we bijvoorbeeld kijken naar gamemuziek, dan gaat dat voornamelijk over herhaling. Er is een bepaald thema, gekoppeld aan een karakter of gebeurtenis. Er is sferische muziek voor als het heel donker is, of juist licht. Wagner doet exact hetzelfde in zijn opera. Als Siegfried het podium op komt met zijn zwaard, dan hoort daar een heel specifiek thema bij. Als er een gevecht is, dan is de muziek woest. Als iemand sterft, dan klinken er treurige klanken.”
“Ik heb vooral vertrouwen in de mensheid. Ik wéét dat we onze grootste problemen kunnen oplossen”
Michiel is een man van vele ambachten. Video- en fotografie, architectuur en techniek, uiteraard de muziek, maar ook literatuur en filosofie. Hij leest – tussen de optredens en het repeteren door – veel boeken. “Een goed boek leest als een goed concert: bij mooie literatuur neemt een schrijver je mee op reis in een mentaal landschap. Muziek doet dat ook. Literatuur gaat voor mij voornamelijk over communicatie tussen mensen. Arthur Japin is daar een goed voorbeeld van. Hij weet figuren uit de geschiedenis op te tillen en te verpakken in een verhaal. Heel bijzonder hoe hij dat doet. Vaak lees ik meerdere boeken tegelijk. Momenteel lees ik Tolstoi’s ‘Oorlog en Vrede’, en ook ‘Het Gewicht van de Woorden’ van Pascal Mercier, een heel goede schrijver.”
Michiel is lange tijd lid van ‘De Correspondent’ (een online journalistiek platform, red.). De boeken van Rutger Bregman maar ook vooral Yuval Noah Harari bieden de nodige inspiratie. “Dat soort boeken leert je uit te zoomen en te kijken naar onszelf, naar die toch wel héél erg kleine planeet. En hoe we het nu hebben georganiseerd in de samenleving. Die enorme scheuren die zichtbaar zijn. Neem bijvoorbeeld politieke polarisatie of de kloof tussen arm en rijk. De klimaatcrisis, de woningcrisis, de financiële crisis en de energiecrisis. Allemaal zaken die in principe zijn ontstaan uit een primair soort onbegrip tussen mensen. Slechte communicatie. En begrijp me goed, ik pretendeer niet dat ik de oplossing heb of het beter weet. Dat de mensheid moeite heeft met communiceren, is ook heel erg menseigen. Ik heb vooral vertrouwen in de mensheid. Ik wéét dat we onze problemen kunnen oplossen.”
Michiel heeft moeite om stil te zitten; eigenlijk is hij altijd wel met iets bezig. Vaak in de buitenlucht, om iets te bouwen. “Ik heb nog overwogen om bouwkunde te studeren, dat was een beetje mijn back-up.” Niet alleen heeft hij twee rechterhanden, maar ook talent voor bewegend beeld. Tijdens de lockdown in de coronaperiode maakte hij een korte film waarin hij zichzelf dupliceerde en op meerdere plekken in zijn huis op hetzelfde moment viool speelde. De video is een ode aan zijn collega’s. Wie nieuwsgierig is, kan het filmpje op Youtube vinden onder de noemer ‘Bumblemovie’. “Het was in een tijd waarin er eigenlijk vrij weinig mogelijk was. Het leek me toen leuk om mijn collega’s en ook het publiek, een hart onder de riem te steken. Het is een manier om toch naar buiten te treden in een tijd waarin communicatie heel beperkt mogelijk is.”
“Toen ik de speech in het Pools hield, zag ik hem echt glunderen. Hij vond het ontroerend dat ik de moeite voor hem had genomen”
Ook in de afscheidsspeech voor zijn Poolse collega, met wie hij in het eerste jaar een baan deelde, schuilt Michiel’s liefde voor communicatie. “Als je 40 jaar in een orkest hebt gezeten, dan is het wel heel leuk als je een afscheidstoespraak krijgt in je eigen taal. Ik heb een toespraak voor hem geschreven, niet te lang. Die heb ik weer laten vertalen door een andere Poolse collega. Een ontzettend moeilijke taal, dat Pools. We hebben een paar sessies eraan gewijd, zodat ik fonetisch de toespraak zou kunnen houden. Tijdens het afscheidsetentje zag ik hem echt een beetje glunderen, ontroerd dat iemand de moeite had gedaan. Ik heb het daarna nog even in het Nederlands gedaan voor de rest van de collega’s, want van die eerste toespraak snapten ze natuurlijk weinig!”
“Het lezen van de partituur op e-readers: als de aanvoerder een ‘opje’ in de partij zet, dan weet iedereen direct dat we een opstreek moeten doen”
Vanaf de bank komt Meike aangelopen. Heb je het Groenste Orkest al genoemd?” Michiel heeft een twinkeling in zijn ogen als hij begint met vertellen. “Ah ja! Dat was een idee dat ik een tijdje terug heb geopperd: waarom wordt het NNO niet het Groenste Orkest van Nederland? Ik las een bericht over een groene voetbalclub. Zij eten vegetarisch en gaan met elektrische bussen naar wedstrijden. Bij het NNO kunnen we bijvoorbeeld waterstofbussen inzetten. Mijn collega’s zagen nog wel wat beren op de weg, maar in principe moet je ergens voet aan wal krijgen, toch? Klein en simpel beginnen. Bijvoorbeeld met het lezen van de partituur op e-readers. Als de aanvoerder een ‘opje’ noteert in de partij, dan weet iedereen direct dat we een opstrijk moeten doen. Scheelt ook weer. Natuurlijk heb je wat praktische obstakels, zoals het opladen en de verversingsgraad van de beeldschermen. Toch lijkt het me wel de toekomst.”
“Twintig jaar geleden werd er nog gerookt op het podium, en hadden we een rokersbus en een niet-rokersbus”
Michiel zet zelf in ieder geval stappen in de goede richting. Hij eet geen vlees meer, beperkt zijn vliegbewegingen tot een minimum en koopt zijn producten bewust. Een stap in de goede richting hoeft niet heel drastisch te zijn, vindt hij. “Twintig jaar geleden rookte de helft van het gezelschap nog op het podium. En we hadden een rokers bus en een niet-rokers bus. Ja, jij moet er nu om lachen, maar zo ging het echt. Normaalste zaak van de wereld. In die zin is er ontzettend veel mogelijk op het moment dat we als mensheid een besluit nemen. Dat gaat met het klimaat een stuk langzamer, doordat het probleem oneindig veel complexer is. We hebben als mensheid echt wel een verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat we de wereld goed achterlaten. Als je niet meer gaat vliegen maar nog wel vlees eet, dan is dat toch prima? Je hebt een stap in de goede richting gezet en dat is waar het om gaat. We moeten in ieder geval het bijltje er niet bij neer gooien, want daar bereik je helemaal niks mee. We moeten positief zijn en het altijd blijven proberen. Altijd.”
Meer interviews
Vaker zulke interviews lezen? Twee keer per jaar geeft het NNO het NNO Magazine uit voor de Vrienden van het NNO. Lees op deze pagina hoe je Vriend kunt worden.