Programmatoelichting Beethovenserie

Aan het begin van het seizoen 2024-2025 presenteert het Noord Nederlands Orkest een tweedelige serie, waarin vier van de in totaal negen symfonieën van Ludwig van Beethoven (1770-1827) te horen zijn. Later dit seizoen, in maart 2025, zal de beroemde Vijfde symfonie ook nog ten gehore worden gebracht. Bij wijze van verrassing klinkt bij aanvang van de twee concerten in deze serie een bekend werk – de ouverture Egmont of de finale van de Eerste symfonie – in een arrangement voor blazersensemble. 

Ouverture Egmont & Beethoven 2 & Beethoven 3

Uithoudingsvermogen 

De tragedie Egmont (1788) Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) speelt zich af in 1566-68 en vertelt over Egmont, de stadhouder van Vlaanderen en Artois, die in tegenstelling tot zijn metgezel Willem van Oranje weigert te wijken voor de hertog van Alva, als deze door de Spaanse koning als nieuwe regent over Vlaanderen is aangewezen. Bij de inname van Brussel wordt Egmont door de Spaanse troepen gevangen genomen, waarna hij ter dood wordt veroordeeld. In de nacht voor zijn executie verschijnt Egmonts geliefde Klärchen in een droom aan hem als overwinningsgodin. Gesterkt door dit visioen treedt Egmont de volgende morgen met opgeheven hoofd zijn beulen tegemoet. Verschillende keren is in Goethes regieaanwijzingen sprake van muziek, zoals bij het slot, waar Goethe schrijft dat het stuk ‘eindigt met een overwinningssymfonie.’ Toen de leider van het Weense Burgtheater vermoedelijk eind 1809 besloot Goethes tragedie op te voeren, benaderde hij Beethoven met het verzoek of deze toneelmuziek voor de geplande uitvoering wilde schrijven. Er wordt verteld dat Beethoven zo opgetogen was over dit aanbod, dat hij zelfs een honorarium voor zijn werk zou hebben geweigerd. Beethovens enthousiasme laat zich niet alleen verklaren vanuit zijn bewondering voor Goethe. Vooral het onderwerp van onbuigzaamheid tegenover een veel sterkere overmacht en het uiteindelijk met overwinning beloonde uithoudingsvermogen moet Beethoven sterk hebben aangesproken. Van Beethovens toneelmuziek Egmont (op.84; 1809-1810) is de ouverture, waarmee het concert vanavond begint, veruit het bekendst. Het langzame begin lijkt het lijden onder het Spaanse juk uit te drukken, het snellere vervolg Egmonts onverzettelijkheid tegenover de Spaanse bezetter. Het stuk eindigt met Beethovens versie van de door Goethe voorgeschreven ‘overwinningssymfonie’. De ouverture wordt vanavond niet gespeeld in Beethovens versie voor symfonieorkest, maar in een arrangement van de Amerikaanse componist Arthur Frackenpohl (1924-2019) voor blaasinstrumenten. 

Doorbraak 

De reden waarom het onderwerp van Goethes Egmont Beethoven zo sterk aansprak, moet waarschijnlijk worden gezocht in Beethovens levensomstandigheden. Op 25-jarige leeftijd stelde Beethoven voor het eerst intredend gehoorverlies bij zichzelf vast en in de volgende jaren bezocht hij veel artsen en kuuroorden in de hoop voortschrijdende doofheid te kunnen afwenden. In de tijd dat hij zijn muziek bij Egmont schreef, had hij inmiddels onder ogen moeten zien dat zijn lot onafwendbaar was. Het kantelpunt waarin Beethovens verzet tegen het dreigende toekomstperspectief plaats maakte voor het besluit zich fier tegenover zijn lot op te stellen, dateert van de late zomer van 1802 en ligt vast in het zogenaamde ‘Testament van Heiligenstadt’ (Heiligerstädter Testament), dat Beethoven begon als een brief aan zijn twee jongere broers, maar dat uitgroeide tot een verklaring aan de mensheid. Eerder dat jaar had hij zijn Tweede symfonie (in D, op.36; 1800-1802) voltooid. Wie verwacht in de Tweede symfonie de zielenstrijd van Beethoven terug te horen, zal misschien verbaasd zijn vast te stellen dat hiervan vrijwel niets te bespeuren valt. Maar mogelijk is de energieke Tweede symfonie op een andere manier gekleurd door Beethovens ervaringen. De Tweede symfonie is nooit de populariteit ten deel gevallen van de Derde symfonie (die na de pauze wordt gespeeld) of de Vijfde symfonie, maar de Tweede symfonie kan beluisterd worden als exemplarisch voor het ‘recept’ van een Beethoven-symfonie. Lag in de symfonieën van Beethovens beroemdste voorgangers Joseph Haydn (1732-1809) en Wolfgang Amadé Mozart (1756-1791) het gewicht aan het begin van het stuk – dat wil zeggen: in het eerste van de vier opeenvolgende delen – Beethoven verlegde het gewicht naar het einde, zowel in de afzonderlijke delen als in de symfonie als geheel. Hierdoor ontstaat de indruk van een doorbraak, die vooral in de 19e eeuw vaak is voorgesteld als een doorbraak van het duister naar het licht: strijd leidt tot overwinning.  

Heldendom 

Goed beschouwd gaat het dus om heldendom en dat is precies het onderwerp van de beroemde Derde symfonie (in Es, op.55; 1798-1806), die de bijnaam ‘heroïsch’ (Italiaans: ‘eroica’) draagt. Ook nu nog, ruim twee eeuwen na de compositie van het stuk, maakt de symfonie een overrompelende indruk en uit de krantenrecensies na de eerste uitvoeringen valt op te maken dat zelfs muzikaal geschoolden in Beethovens tijd veelal perplex tegenover het stuk stonden. Over de Derde symfonie wordt verteld dat het werk in verband staat met Napoleon Bonaparte. Op welke manier dit het geval zou zijn, is echter niet duidelijk. Uit de spaarzame documenten uit Beethovens tijd, hetzij van hemzelf of van mensen direct om hem heen, valt niet goed op te maken of het puur om een titel (‘Symfonie Bonaparte’) of om een opdracht (‘opgedragen aan Napoleon Bonaparte’) zou gaan. Na Beethovens overlijden heeft zijn voormalige leerling Ferdinand Ries verteld dat Beethoven niets meer van een associatie van zijn symfonie met Napoleon wilde weten, nadat hij van Ries te horen had gekregen dat Napoleon voornemens was zich tot keizer te laten kronen. Bij de eerste uitvoeringen in 1804 en 1805 werd het stuk dan ook gepresenteerd als ‘gecomponeerd om de herinnering aan een groot man te vieren’ (‘composta per festeggiare il sovvenire di un grand Uomo’), waarbij in het midden werd gelaten wie dit dan zou betreffen. Latere opmerkingen van Beethoven wekken het vermoeden dat we misschien wel het dichtst bij de waarheid zitten in de onderstelling, dat Beethoven niet zozeer warm liep voor de concrete politieke persoon Napoleon, maar dat Napoleon veeleer een belichaming van een door hem gekoesterd grootsheidideaal lijkt te zijn geweest. Hoe dan ook, Beethovens Derde symfonie – die aanmerkelijk langer is dan de Tweede en langer dan welke voorgaande symfonie dan ook – behoort tot dat handjevol stukken waarover zonder overdrijven kan worden beweerd dat ze de muziekgeschiedenis hebben veranderd. Met de Derde symfonie creëerde Beethoven een nieuw type symfonie, namelijk dat van de symfonie als imposant klankmonument, dat bepalend zou worden voor de 19e eeuw. Qua grootsheid en verhevenheid stelt Beethoven in het eerste deel alles in de schaduw wat er voor hem is gecomponeerd. Het tweede deel is een indrukwekkende treurmars, het derde deel een flitsend motorisch stuk. De afsluitende finale behoort tot de meest originele creaties van Beethoven. Oppervlakkig gezien gaat het om een thema met variaties, maar omdat Beethoven niet alleen alle variaties tot een doorlopend geheel aaneensmeedt, maar bovendien afwisselend variaties maakt over de melodie of over de onderliggende baslijn en soms met fragmenten uit de melodie of de baslijn aan de haal gaat, is het eindresultaat een stuk muziek dat anno 1805, toen de Derde symfonie voor het eerst werd uitgevoerd, in de meest letterlijke zin van het woord ongehoord was. 

Finale Beethoven 1 & Beethoven 6 & Beethoven 7

Verwachtingspatroon 

Beethovens Eerste symfonie (in C, op.21; 1799-1800) – waaruit we vanavond alleen de finale horen en wel in een arrangement voor tien blaasinstrumenten van de Canadese componist David Marlatt – beleefde haar première op 2 april 1800 in een door Beethoven belegd benefietconcert in Wenen. Beethoven was op dat moment 29 jaar oud en naar 18e eeuwse begrippen was dat relatief laat om met een eerste symfonie op de proppen te komen. Maar de twaalf symfonieën die Joseph Haydn in 1971-1795 tijdens twee concertreizen naar Londen had gecomponeerd, hadden de standaard dermate hoog gelegd dat het Beethoven, die in 1792 in Wenen was neergestreken, wijs leek zich eerst op pianomuziek en kamermuziek toe te leggen. Met zijn Eerste symfonie bewees Beethoven aan de hoogste verwachtingspatronen ten aanzien van de symfonie te kunnen beantwoorden. Net als het openingsdeel van de Eerste symfonie heeft ook de finale een langzame inleiding en in deze inleiding hoor je de toonladder ontstaan, waarmee het thema van het snellere vervolg begint. 

Rustgevend 

In verband met de Tweede symfonie is het ‘Testament van Heiligenstadt’ genoemd. In Beethovens tijd was Heiligenstadt een klein gehucht aan de voet van de Kahlenberg, enkele kilometers bij Wenen vandaan (inmiddels is het door de stad ‘opgeslokt’). Om praktische redenen koos Beethoven in de (toen nog ommuurde) stad Wenen te wonen, maar zodra zijn werkomstandigheden dit toelieten, verliet hij in de vroege zomer steevast de stad om woonruimte in één van de omliggende dorpen te huren en daar de zomerperiode door te brengen. In die maanden maakte hij lange wandelingen door de omliggende landerijen, waarbij hij consequent een potloodje en een notitieboekje op zak had om muzikale invallen in te noteren. Beethoven heeft zijn diepe liefde voor het landleven gestileerd in zijn Zesde symfonie (in F, op.68; 1807-1808), die de bijnaam ‘Pastorale’ kreeg en deels in Heiligenstadt geschreven is. Bij de druk van de symfonie stond Beethoven erop dat de drukker op het titelblad zou vermelden dat het in de Zesde symfonie meer om de uitdrukking van de ervaringen van het landleven dan om concrete weergave in klank ervan ging. Het is verleidelijk ons in het openingsdeel, ‘Ontwaken van vrolijke gevoelens bij de aankomst op het land’, de blijde componist voor te stellen die bij het aanbreken van de zomer weer in één van de dorpen om Wenen arriveert. Het tweede deel, ‘Scène bij de beek’, geeft het zacht kabbelende water weer en het rustgevende effect dat dit op een aan de waterkant zittend mens heeft. Hoe concreet Beethoven het landelijk leven in muziek kan weergeven, is te horen aan het einde van het tweede deel als hij diverse vogelgeluiden levensecht imiteert. Bijzonder aan de Zesde symfonie is dat de delen drie tot en met vijf aan elkaar gecomponeerd zijn. Het derde deel verbeeldt een vrolijk samenzijn van ‘Landleute’, die plotseling worden opgeschrikt door een naderend onweer. In het aansluitende vierde deel barst het natuurgeweld dan in alle hevigheid los. Gaandeweg horen we het onweer wegtrekken, waarna de symfonie afsluit met een opgelucht ‘Herderslied – blijde en dankbare gevoelens na de storm’. 

Toekomst 

Met zijn Zevende symfonie (in A, op.92; 1811-1812) beleefde Beethoven zijn grootste triomfen. Tijdens het Congres van Wenen (1814-15) – het eerste grote politieke congres uit de geschiedenis, waarbij de Oostenrijkse keizer, de koning van Pruisen en de tsaar van Rusland na de val van Napoleon het door hem veroverde Europa onderling verdeelden – kreeg Beethovens meest ritmische symfonie diverse uitvoeringen, die alle met groot enthousiasme werden onthaald. Mogelijk beluisterden veel Weners in Beethovens bruisend energieke muziek hoop op een nieuwe toekomst zonder oorlogsgeweld. De eerste twee delen worden gekenmerkt door een pregnant ritme, dat vrijwel van begin tot het einde domineert. In het eerste deel gaat het om een dartel, dansant ritme, dat de muziek een sterk stuwende kracht geeft. In het treurmarsachtige tweede deel gaat het om een eenvoudig repeterend patroon, dat door de vele herhalingen iets beklemmends krijgt. Was het derde deel van de Derde symfonie al een sterk motorisch stuk, dit wordt in de daverende halsoverkop-muziek van het derde deel van de Zevende symfonie in de schaduw gesteld. Deze muziek lijkt qua ritmische intensiteit niet te overtreffen, maar toch gaat de finale hier nog bovenuit. De extatische roes van het slotdeel roept haast onvermijdelijk één van de meest markante uitspraken op, die Beethoven ooit over zichzelf en zijn muziek deed: ‘Muziek is een hogere openbaring dan alle wijsheid en filosofie. Het is de wijn van de nieuwe schepping en ik ben de Bacchus die deze heerlijke wijn voor allen uitperst en hen dronken maakt.’ Tot de belangrijkste oorzaken van de onverminderde populariteit van Beethovens muziek tot op vandaag behoort dat de componist, die ooit zijn lot moedig in de ogen durfde te kijken, anderen in zijn muziek kracht geeft de toekomst met nieuwe moed tegemoet te treden. 

 

Dr. Marcel S. Zwitser