Programmatoelichting Matthäus Passion

Een bewaarexemplaar van de tekst inclusief vertaling is te koop bij onze vriendenbalie.

Op deze pagina vind je informatie over de uitvoering van de Matthäus Passion door het NNO in 2023.

Het programma

Johann Sebastian Bach – Matthäus Passion, BWV 244 (1727/1736)
Voor de pauze 75 minuten
Pauze 20 minuten
Na de pauze 85 minuten

 

Toelichting

Johann Sebastian Bach – Matthäus Passion

In 1843 maakt de Franse componist Hector Berlioz een rondreis door Duitsland om zijn eigen muziek te promoten. In Berlijn, tien dagen voor Pasen, woont hij een uitvoering bij van de Matthäus door de Singakademie. Zo’n driehonderd zangers op tribunes, bovenaan (!) twee relatief kleine orkesten, een vleugel vóór op het podium. ‘Het programma bestaat enkel uit een gigantisch oratorium, waar het publiek uit religieus plichtsbesef op afkomt, dat het in religieuze stilte beluistert, dat de musici met religieuze moed ondergaan, en dat allen een verveling bezorgt, kil, somber en drukkend als de muren van een protestantse kerk. Van tijd tot tijd zorgt het geritsel van de bladzijden, die gelijktijdig door de gelovige lezers van het gewijde libretto worden omgeslagen, voor een aangename afwisseling in de enigszins monotone werking van de stemmen en instrumenten.’ Ah, zo hadden we het nog niet bezien!

Het is overigens in dezelfde zaal van de Singakademie dat de twintigjarige Felix Mendelssohn veertien jaar eerder voor het eerst sinds Bachs dood een uitvoering van de Matthäus tot stand bracht. Alle hoogwaardigheidbekleders en intellectuelen van Berlijn waren aanwezig, inclusief de koning. Ingekort, aangepast, massaal bezet, met toegevoegde klarinetten en een vleugel als begeleidingsinstrument voor de recitatieven. En tekstboekjes voor de toehoorders! Het leek allemaal niet erg op het origineel, maar het betekende toch de gedenkwaardige wedergeboorte van een muzikaal meesterwerk.

Onovertroffen hoogtepunt
Op de krappe tribune in de Thomaskirche in Leipzig was het toch wel dringen geblazen op 11 april 1727 om alle zangers en musici een plaatsje te bezorgen. Meer dan vierentwintig koorzangers zullen er overigens niet zijn geweest – enkele daarvan namen bovendien een solopartij voor hun rekening. Ze stelden zich op in twee groepen, zoals door de partituur voorgeschreven. Zulke dubbelkorigheid was op zichzelf niets nieuws, Bach maakte er in zijn motetten al langer gebruik van. Maar voor het eerst had hij haar toegepast in een groot oratorium om het dramatisch effect te vergroten.

De Matthäus Passion, die op die middag in april voor het eerst klonk, paste in een eeuwenoude traditie van muziek over het lijden van Jezus, uitgevoerd op Goede Vrijdag. Maar dit grootschalige werk, met zijn beeldende recitatieven, met zijn koralen en aria’s, momenten van collectieve en individuele reflectie, met zijn bijzondere rol voor het koor, commentaar leverend of handelend optredend, sloeg alles: hiermee bracht Bach de traditie tot een grandioos en onovertroffen hoogtepunt. Toch schijnt de uitvoering niet veel weerklank te hebben gehad. Nog een paar keer voerde Bach het werk uit in zijn jaren als Thomascantor in Leipzig, steeds nog wat veranderingen aanbrengend, tot hij het naliet in een schitterend, uitermate verzorgd manuscript, dat aantoont welk belang hij zelf aan deze compositie hechtte.

Wisselende opvattingen
Vervolgens werd er niet meer naar omgekeken. Kenners bewonderden Bach, organisten speelden soms zijn werk. Maar het grote publiek kende hem niet en de Matthäus sluimerde in de bibliotheek, inktvraat knaagde aan de partituur. Pas de inspanningen van Mendelssohn vormden een keerpunt. Binnen korte tijd ontstond er voor het werk een grote bewondering en een diepe eerbied die zich langzaam maar zeker over het protestante deel van Europa verspreidden. De katholieke Berlioz, in 1843, was er nog niet klaar voor. Lang duurde het ook voor het werk in Nederland ingang vond, maar toen het eenmaal zover was, wortelde het zich hier dieper dan waar dan ook. Ook hier dezelfde bewondering, hetzelfde respect, dezelfde ingetogenheid. Tot voor kort klonk na afloop zelfs geen applaus. Ondertussen is er veel veranderd in de uitvoeringspraktijk en in de uitvoeringsomstandigheden. Veranderende smaak en grondige studie hebben geleid tot wisselende opvattingen over de juiste uitvoering. En u mag zelfs klappen! Maar veel bleef ook hetzelfde en mag worden gekoesterd. Maakt u zich dus niet te zeer ongerust als u het tekstboekje meeleest en het is tijd om de bladzijde om te slaan: uw geritsel voegt zich naadloos in een lange traditie en is nog steeds integraal onderdeel van de moderne uitvoeringspraktijk.

 

© Pepijn van Doesburg

 

Jan Willem de Vriend


Dirigent

Jan Willem de Vriend studeerde viool aan de conservatoria van Amsterdam en Den Haag.  Al tijdens zijn studie dirigeerde hij enkele operaproducties. In 1982 richtte hij het Combattimento Consort Amsterdam op. Een ensemble dat zich richt op het uitvoeren van muziek uit de 17e en 18e eeuw. De Vriend was onder andere chef-dirigent van het Residentie Orkest Den Haag van Phion, Orkest van Gelderland & Overijssel. In Nederland is hij tevens bekend van verschillende televisieprogramma’s en documentaires over klassieke muziek.

Jörg Dürmüller


Evangelist

De Zwitserse tenor Jörg Dürmüller heeft opgetreden in belangrijke concertzalen en festivals over de hele wereld, waaronder de Royal Albert Hall in Londen, de Wiener Musikverein en de Accademia Nazionale di Santa Cecilia in Rome. Dürmüller is vaak te gast als solist bij de Opera Comique Berlin en heeft opgetreden in vele operahuizen, zoals het Teatro Real in Madrid. Hij heeft samengewerkt met gerenommeerde dirigenten zoals Christoph Eschenbach, Christopher Hogwood en Peter Schreier. Dürmüller optredens won onder andere de ECHO-Award voor de opera “Sardakai” van Ernst Krenek.

Geert Smits


Christus

Als concertzanger is bariton Geert Smits regelmatig te horen bij de Nederlandse Omroep en Nederlandse en Duitse orkesten. Zo zingt hij onder leiding van Nikolaus Harnoncourt en Riccardo Chailly met het Koninklijk Concertgebouworkest en onder leiding van Neeme Järvi met het Residentie Orkest, en bij de Radio-orkesten onder leiding van Jaap van Zweden, Kees Bakels, Eri Klas en Edo de Waart. Niet alleen opera staat op zijn repertoire: ook in passie-uitvoeringen en liederenrecitals voelt Smits zich thuis.

Manuel Günther


Tenor

Günter begon zijn artistieke carrière als lid van de Internationale Opera Studio van de Hamburgischen Staatsoper en als lid van het ensemble van de Bayerischen Staatsoper in München. Hij was ook te gast bij gerenommeerde operahuizen in onder andere Berlijn, Dresden, Parijs, Genève,  Warschau, Antwerpen en Gent. Manuel Günther gaf optredens op festivals zoals het Salzburg Festival en het Innsbruck Festival voor Oude Muziek. Hij is ook succesvol op oratorium- en concertgebied en was onder meer te gast bij de Elbphilharmonie Hamburg en de Philharmonie Berlijn en Dresden.

André Morsch


Bas-Bariton

De Duitse bass-bariton André Marosch studeerde met Margreet Honig aan de Conservatorium van Amsterdam en was lid van William Christies’s Le Jardin des Voix. In het seizoen 2022-2023 speelt en neem Morsch J.H. Rolle’s Die Befreiung Israels en Telemann’s Das Befreite Israel with Il Gardellino op. Ook voegt hij zich bij Nico and the Navigators voor hun veelgeprezen productie Empathy with the Devil in Berlijn en keert terug naar het Sinfonieorchester Basel voor Beethovens Symfonie nr. 9, die hij ook zal uitvoeren met het Orkest van de 18e eeuw. Andere concertprojecten zijn Bachcantates met het Arion Ensemble in Montreal en Haydns Creation met het Vlaams Radiokoor.

Luciana Mancini


Alt

De Chileens-Zweedse mezzosopraan wordt internationaal geroemd vanwege haar intense podiumpresentatie en vocale expressiviteit in repertoire dat zich uitstrekt van renaissance en barok tot Berio en Piazzolla. In het seizoen 2022-23 is Mancini onder andere te horen in de rol van Melissa in La Liberazione van Francesca Caccini in Theater an der Wien, Polinesso in Händels Ariodante op Europese tournee met Il Pomo d’Oro en als Proserpina in Teatro Real Madrid.

 

Ilse Eerens


Sopraan

De Belgische sopraan Ilse Eerens wordt geprezen om haar stralende stem, muzikale gevoeligheid en veelzijdigheid. Zij geniet van een internationale opera- en concertcarrière met een repertoire dat reikt van Bach tot 21e eeuwse werken. Hoogtepunten van seizoen 2022-23 zijn onder meer haar terugkeer naar La Monnaie als Sophie/Der Rosenkavalier, Mozarts Davide Penitente met het Symfonieorkest van de Bayerische Rundfunks, en Beethovens Symfonie nr. 9 met het Orkest van de 18e eeuw.

 

Word Vriend!

Het NNO heeft een enthousiaste vriendenvereniging die bij ons het verschil maakt. Dankzij hun financiële bijdrage is er ruimte voor educatie en speciale projecten. Als Vriend van het NNO blijft u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en ontvangt u meerdere voordelen. Wilt u meer informatie over onze Vrienden? Kijk dan hier.